Dag 5 - Laodicea

Laodicea. Veruit de grootste site van de 6 die ik tot nu toe heb bezocht. En er staat nog een en ander overeind, zonder dat het al te veel weer is opgebouwd door archeologen. Je kunt je een beetje voorstellen dat je in een oude stad loopt. Je voelt wind. Je ruikt geuren. Je hoort vogels en je ziet een veelheid aan bloemen.

Volgens het bord bij de ingang is Laodicea in de oudheid verschillende malen getroffen door een aardbeving. Een aantal keer hebben de inwoners de stad weer opgebouwd, maar na een grote aardbeving zijn ze daarmee gestopt en zijn ze op een andere plek verder gegaan. Misschien is het daarom dat er op een vrij grote oppervlakte nog relatief veel is overgebleven.

De naam Laodicea komt een aantal maal voor in de bijbel. Twee keer in Openbaring, maar ook in de brief van Paulus aan de Kolossenzen. In hfd 2 schrijft Paulus: ‘Ik wil dat u weet hoe zwaar de strijd is die ik voor u en de gelovigen in Laodicea voer, en voor alle andere gelovigen die mij nog nooit in levenden lijve hebben gezien.’ De mensen in Kolosse en Laodicea worden in 1 adem genoemd - de plaatsen liggen ook maar 17 km bij elkaar vandaan. In Kol. 4 wordt Epafras genoemd als afkomstig uit Laodicea en in 4:15 zegt Paulus aan de Kolossenzen: ‘Wilt u de broeders en zusters in Laodicea groeten, en ook Nymfa en de gemeente die in haar huis samenkomt?’

Zo te lezen is Paulus zelf niet in Laodicea geweest, maar kent hij wel een aantal mensen bij naam. Het is de tijd van de huisgemeenten. Volgens de bordjes op de site zijn er restanten van tenminste 2 kerken gevonden in Laodicea (zie foto’s). Deze waren er nog niet in de tijd dat Paulus zijn brief schrijft - ca 62 AD. (De grote kerken zijn waarschijnlijk pas na 313 gebouwd, wanneer keizer Constantijn een einde maakt aan de christenvervolging).

En dan is in Kol 4:16 nog te lezen: ‘Wanneer deze brief bij u is voorgelezen, moet u ervoor zorgen dat hij ook in de gemeente van Laodicea wordt voorgelezen, en dat u de brief aan hen te lezen krijgt.’

Wow, Paulus heeft dus ook een brief aan Laodicea geschreven! Deze is niet bewaard gebleven, dus wij weten niet wat daarin staat. Wat we wel hebben is een brief van Jezus zelf!

En wat zegt Jezus tegen de gemeente? Krijgen ze complimenten? Waarschuwingen? Bemoedigingen?

Voor de gemeente in Laodicea is er een harde boodschap: ze zijn lauw. Mogelijk doet dit de Laodicea-ers denken aan hun eigen ingenieuze watersysteem - o.a. aquaduct -dat heet water aanvoerde uit de bronnen van Pamukkale. Maar gezien de afstand van een aantal kilometers, is het water afgekoeld tegen de tijd dat het in Laodicea aankomt. Het is dan niet meer heet, maar lauw. Een heel scherpe waarschuwing. Aan heet water heb je wat: je kan het gebruiken om te koken, je te baden, dingen te reinigen. Aan koud water heb je wat: dat is heerlijk om te drinken in de hitte. Maar aan lauw water heb je niets. Jezus zegt: ik sta op het punt om u uit Mijn mond te spuwen (=‘Emesai’ - wat ook vertaald kan worden met braken/kotsen - ook: walging).

En dan komt het heel dichtbij. Ik kan me helemaal verliezen in de tijd van toen: oh oh hoe was dat met de mensen in Laodicea. Maar de vraag is ook aan mij: hoe is het gesteld met mijn vuur voor Jezus? Ben ik warm of ben ik koud, of ben ik, wat Jezus nog het ergste vindt: lauw. Een beetje van de wereld en een beetje van Jezus. Hoe radicaal ben ik? Dat is de vraag die me bezighoudt vandaag.

Jezus legt ook uit waarom Hij dit zo schrijft. In 3:19 zegt Hij, dat Hij bestraft en terechtwijst wie Hij liefheeft! Net zo duidelijk als Jezus was tijdens Zijn leven op aarde, zie o.a. de gesprekken met de geestelijke leiders uit die tijd, zo duidelijk is Jezus tegen de mensen in Laodicea. En zo duidelijk is Hij tegen ons. Tegen mij.

What’s it gonne be boy?

Doe iets! Kies!

Wees warm.

Desnoods koud,

maar wees niet lauw!